Evaluation week 1 by Laura

Week reflection Part 1 of 10

Minor Internationalisation 2012

By Laura Selvi

We started of the week with a lecture, followed by a class meeting. Here we received the (always interesting) information about what we will do in this Minor. I think that was very pleasant to hear as a group. This time was also used to get to know each other a little better and discus the literature we have to read.

As subject ‘Children in Poverty’ I got very excited to start working and coming up with a self written case about a child in poverty in a country of your own choice, so the first assignment sais. It was clear to me I wanted to choose Africa, so I decided on Kenya. When searching for information about Kenya, I was pleasantly surprised about the amount of information there is. For example the fact that there are so many tribes in Kenya and rich information about history, religion and languages. I have chosen a case about a four year old boy with no future perspective, because I think it would be interesting to know more about a helpless child in extreme poverty.

The lectures we received from Guido van de Luitgaarden gave me much insight about poverty in Europe. For example he introduces us to the model of Esping Anderson discussing welfare states all over Europe. This inspired me to research Kenya on this matter because Guido talked only about Europe, I am curious to find out how it is organized in Africa, Kenya.

I’m looking forward to what next week will bring, when we will read more literature and have our first excursion to the food bank in Landgraaf, Netherlands.

Article: Poverty in America

Armoede in Amerika

                       

Amerika wordt steeds armer. De Amerikaanse regering heeft nieuwe statistieken gepubliceerd over de armoede in Amerika en ook dit jaar is het geen goed nieuws.

Volgens het rapport U.S. Census Bureau leven 46,2 miljoen Amerikanen nu in armoede. In de afgelopen slechts twaalf maanden is dat aantal met 2,6 miljoen gestegen en dat is de grootste stijging die ooit heeft plaatsgevonden sinds de Amerikaanse regering is begonnen met het berekenen van de armoede in 1959.

Daarnaast is het modaal inkomen voor het derde jaar opeenvolgend gedaald. Volgens het U.S. Census Bureau is het modaal inkomen in de Verenigde Staten gecorrigeerd met de inflatie gedaald met 2,3% in 2010. Totaal is het modaal inkomen in Amerika zelfs 6,8% gedaald na correctie van de inflatie sinds december 2007. In 2000 leefden nog 11,3% van de Amerikanen in armoede, vandaag is dat 15,3% van de Amerikaanse bevolking. De laatste keer dat het armoede cijfer zo hoog was, was in 1993.

De economische taart slinkt, inkomens dalen en een record aantal Amerikanen is terecht gekomen in armoede afgelopen jaar. Degene die beweren dat de Amerikaanse economie aan het herstellen was en dat alles wel weer goed zou komen hebben wat uit te leggen.

Waarom explodeert de armoede in Amerika? Wie worden het meest geraakt? Hoe is Amerika door deze ellende veranderd? Hoe gaat de toekomst eruit zien als men op het huidige pad blijft?

Laten we eens een diepere kijk nemen op de armoede in Amerika…

De daling van de werkgelegenheid
De werkloosheid tiert welig en het aantal goede banen blijft krimpen. De rivaliteit voor zelfs de laagst betaalde banen is absoluut weerzinwekkend.

Er zijn simpelweg niet genoeg stoelen aan de economische tafel en niet in staat zijn om een goede baan te bemachtigen duwt grote aantalen Amerikanen in de armoede.

  • Er zijn vandaag de dag minder banen in de Verenigde Staten dan in 2000, hoewel de Amerikaanse populatie      sindsdien met 30 miljoen mensen is toegenomen.
  • In 1969 had 95% van alle mannen tussen de      leeftijden 25 en 54 een baan. In juli 2011 had slechts 81,2% van alle mannen in deze leeftijdscategorie een baan.
  • Als alle short-term discouraged workers,      alle long-term discouraged workers en al diegene die werkzaam zijn      in deeltijd omdat ze geen fulltime dienstverband kunnen krijgen, worden      meegerekend, zou de echte werkloosheid nu ca. 23% bedragen.

De werkende armen
Het aantal van laag betaalde banen neemt toe, terwijl het aantal van hoogbetaalde banen daalt. Dit heeft geleid tot een situatie waarin het aantal werkenden armen in Amerika absoluut de pan uit rijst. Miljoenen Amerikanen werken zo hard als zij kunnen en toch kunnen zij het nog steeds niet permitteren om een middenklasse levensstijl te leiden.

  • Sinds 2000 heeft Amerika ca. 10% van zijn middenklasse banen verloren. Er waren in 2000 ca. 72 miljoen      middenklasse banen in Amerika, maar vandaag zijn dat er nog slechts 65      miljoen.
  • In 1980 waren 30% van de banen in de Verenigde      Staten laag betaalde banen, tegenwoordig zijn dat er meer dan 40%.
  • Tussen 1969 en 2009 is het gemiddeld inkomen      verdiend door Amerikanen tussen de leeftijden 30 en 50 gecorrigeerd met de      inflatie gedaald met 27%.
  • Volgens een rapport uitgebracht in februari jl. van het National Employment Law Project      zijn hogere loonsectoren verantwoordelijk voor 40% van het banenverlies in      de Verenigde Staten en goed voor slechts 14% van de banengroei. Lagere      loonsectoren zijn goed voor slechts 23% van het banenverlies, maar 49%      voor de banengroei.
  • De helft van alle Amerikaanse werknemers verdient      nu minder dan $505 (ca. €370) per week.
  • Het aantal Amerikanen die zijn gaan eten bij      gaarkeukens en voedselbanken is sinds 2006 met 46% gestegen.

Ongekende afhankelijkheid van de regering
Omdat zij die geen goede banen kunnen krijgen waarmee zij in staat zijn om zichzelf en hun gezinnen te onderhouden, zijn miljoenen Amerikanen die in het verleden hard werkende bijdragers aan de maatschappij waren, afhankelijk van overheidssteun. Het gebruik van bijna elke maatregel van overheidssteun is op een recordhoogte en er zijn geen tekenen dat deze trend binnenkort zal gaan draaien.

  • Een op de zes Amerikanen is nu geregistreerd bij      ten minste één anti-armoede programma van de regering.
  • Bijna 10 miljoen Amerikanen ontvangen tegenwoordig een werkloosheidsuitkering. Dat      getal is bijna vier maal zo groot als in 2007.
  • Meer dan 46 miljoen Amerikanen leven van voedselbonnen. Dit aantal is sinds 2007 gestegen      met 75%.
  • Ca. een derde van de bevolking van Alabama leeft nu op voedselbonnen.
  • In 1965 was 11,7% van alle persoonlijke inkomsten      afkomstig van overheidsinstanties, tegenwoordig is dat 18,4%.

De verstikkende kosten van gezondheidszorg
Miljoenen Amerikaanse gezinnen worden financieel verlamd door de kosten van de gezondheidszorg. De Amerikaanse gezondheidszorg is ver beneden peil en Obamacare maakt het alleen maar erger. De gezondheidszorg is een van de hoofd redenen waarom de Amerikaanse gezinnen de armoede in worden geduwd. Een ernstige ziekte of aandoening zal voor de meeste Amerikanen betekenen dat ze financieel worden gesloopt.

  • In Amerika hebben hedendaags 49,9 miljoen Amerikanen geen ziektekostenverzekering. Een enkele medische factuur      kan gemakkelijk de financiële situatie van de meeste van deze mensen      ruïneren.
  • Slechts 56% van de Amerikanen zijn op dit moment gedekt door een door de werkgever      verzorgde ziektekostenverzekering
  • Volgens een rapport gepubliceerd in The American      Journal of Medicine hebben medische rekeningen een belangrijk aandeel in      meer dan 60% van de persoonlijke faillissementen in de Verenigde Staten. Van deze      faillissementen die werden veroorzaakt door medische rekeningen had ca.      75% van hen daadwerkelijk een ziektekostenverzekering.
  • Volgens het Bureau of Economis Analysis waren      kosten voor de gezondheidszorg goed voor slechts 9,5% van alle      persoonlijke consumptie in 1980. Tegenwoordig zijn zij goed voor ca. 16,3%.

Meer kinderen leven in armoede
De Verenigde Staten hebben een kinderarmoede niveau dat meer dan twee maal zo hoog is als in veel Europese landen.

  • Het armoede niveau van Amerikaanse kinderen is      gestegen naar 22% in 2010. Dat betekent dat thans meer dan 1 op de 5 Amerikaanse      kinderen leeft in armoede.
  • Het armoede niveau voor Amerikaanse volwassenen      is slechts 13,7%.
  • Vandaag leeft 1 op de 4 Amerikaanse kinderen van voedselbonnen.
  • Er is berekend dat ca. 50% van alle Amerikaanse kinderen op een bepaald punt in zijn of haar      leven leeft van voedselbonnen voordat ze de leeftijd van 18 bereiken.
  • Er zijn 314 counties in de Verenigde Staten waar      minstens 30% van de kinderen worden geconfronteerd met voedselschaarste.
  • Meer dan 20 miljoen      Amerikaanse kinderen zijn afhankelijk van een schoolmaaltijd programma om      de honger te bestrijden.
  • Er wordt geschat dat ca. een half miljoen kinderen op dit moment dakloos kunnen zijn in de Verenigde Staten.

Het lot van de ouderen
De ouderen komen ook in groten getale terecht in armoede. Zij gaan dan niet meer protesteren in de straten, maar dat betekent niet dat zij niet ernstig aan het lijden zijn.

  • 1 op de 6 bejaarde Amerikanen leeft nu onder de      federale armoedegrens.
  • Tussen 1991 en 2007 is het aantal Amerikanen      tussen de leeftijden 65 en 74 die een faillissement aanvroegen gestegen      met maar liefst 178%.
  • De Babyboomers zijn nog maar net met pensioen en      nu al beginnen de sociale programma’s voor senioren uiteen te vallen. In      1950 werd elke uitkering voor een gepensioneerde betaald door 16      Amerikaanse werknemers. Volgende nieuwe gegevens van het Bureau of Labor      Statistics zijn er nu 1,75 fulltime werknemers voor elke persoon die sociale uitkering ontvang      in de Verenigde Staten.

Een kleiner deel van de taart
De grootte van de economische taart in Amerika is aan het krimpen en het deel van de taart voor degene die arm zijn krimpt een stuk sneller dan het deel voor degene die rijk zijn.

  • Volgende de Washington Post is het gemiddelde      jaarlijkse inkomen van de onderste 90% van al de Amerikaanse      inkomensontvangers nu slechts $31.244 (ca. €22.650).
  • Op dit moment beheren de armste 50% van alle      Amerikanen slechts 2,5% van alle rijkdom in het land.

Conclusie
Amerika is fundamenteel aan het veranderen. Het was de natie met de grootste middenklasse ooit, maar wordt nu een land dat diep verdeeld is tussen de armen en de rijken.

Elke dag verliezen duizenden Amerikanen hun huis, hun werk of worden gedwongen om een loonsverlaging te nemen. Armoede is een onderhuidse vijand en kan op elk moment toeslaan. Wie niet voorzichtig genoeg is kan zomaar de volgende Amerikaan zijn die moet slapen in zijn auto of in een tent city.

De armoede is aan het verspreiden en de uitzichtloosheid en wanhoop stijgt. Amerika bevindt zich in een lange economische neergang. Miljoenen gezinnen worden uit elkaar gescheurd en het leven van miljoenen Amerikanen wordt geruïneerd.

Bron: http://www.nieuwscollectie.nl/2011/09/armoede-in-amerika.html#ixzz1uCcl5Rxp

Reflection week 1

The first week was mainly an introduction. Not just among the students but also to the course, the subjects of internationalization, poverty and definitions associated with these subjects. The first two speak for themselves but I want to talk about a number of subjects or texts I found particularly interesting in the first week.

First, I’m very pleased with this minor’s course guide. It is very structured and clearly marks what the goals for each specific week are. Second, the text about “glocalization” really appealed to me. It first gives an explanation about developments we all are aware of but not know how to define it. This article gives these developments context and a way to see how the global changes have an impact on individuals or local governments.  It also gives an interesting alternative to act within a globalized system by accepting the globalization by thinking globally, but also advises to act on a local level. In this way you act locally but still see the bigger picture by taking the global factors into consideration. The article gave me a lot of points to discuss and I was looking forward to a discussion about how my fellow students interpreted the article. Unfortunately there was only little time to discuss two articles and we ran out of time very quickly.

The article about the definition of social work was less appealing to me. It’s an interesting fact to know an international definition of social work but it was less interesting to read how this definition came into existence and who was involved. The definition itself might be useful, but I’d rather learn about how people view social work  in different regions and countries than how people try to form a definition that can be applied universally.

Especially the lectures of Guido had some interesting subjects and information, although I heard some of the information before on European Studies. Because of the interesting subjects I would have liked to see a little more discussion or information. For example alternatives to the welfare states that already exist or the capitalist system as a whole.

All in all, the first week was a good way of getting started and getting everyone motivated for the rest of this course. I am look forward to new experiences over the next couple of weeks.

Learning goals week 1

Learning goals

1. To have an overview and be able to give a presentation about child poverty in Nepal.

2. To learn more about the differences and similarities of social work in different parts of the world.

3. To acquire practical knowledge about working in an international environment.

Article week 1

My first article in relation to my case, which is set in Nepal, is a study by Unicef about child poverty in Nepal. It is an ideal start to get an overview and the facts about the subject I will be studying the following weeks. Giving facts is exactly what the article does at first, it gives economic facts, the percentage of children living in poverty and what are important factors that contribute to child poverty. This is the most useful part of the article for my case. It also gives reasons why the study was done and a lot of context  information about Nepal. Finally it gives a number of solutions and ways to act to reduce this form of poverty. It is very actual (2010) and will be very useful to me. The study in Nepal has been done for a international study of child poverty so maybe some of you can find similar reports for your particular case.

Unicef. (2010). Child Poverty and Disparities in Nepal. Towards Escaping the Cycle of Poverty. http://www.unicef.org/nepal/Child_Poverty-layout.pdf